maandag 1 september 2008

Het was ergens in maart of april 1999 dat ik vrij plotseling veel vocht vast ging houden. Eerst mijn enkels, maar later ook onderbenen, bovenbenen en buik. Natuurlijk ging ik hiermee naar de huisarts. Die constateerde hard oedeem en liet enkele mogelijke oorzaken onderzoeken. Zo werden er echo's gemaakt van mijn bovenbuik: maag, lever e.d. En ik kreeg medicijnen voor de maag en medicijnen tegen de bijwerkingen van die medicijnen.
Ik ben toen in 2 weken tijd 5 keer bij de huisarts geweest, maar zonder enige verbetering. "Het was ook wel warm weer, en dan houdt u gewoon wat meer vocht vast". Wat meer vocht, waren dus enkels die leken op olifantenpoten.

Na 2 weken hield ik het voor gezien en eiste ik een verwijskaart voor een internist. Ik kon er de volgende maandag terecht.

Die maandag ging ik naar het ziekenhuis voor mijn afspraak met de internist. Ik wist zelf wel dat iets erg fout was, dus had alles meegenomen wat maar nodig kon zijn voor een opname. Pyjama, toiletspullen, enz…. Dat stond in een tas in de auto. Mijn moeder was meegegaan, ook zij maakte zich erg ongerust.
Tja, de internist had het erg snel gevonden. Er was iets niet goed met het hart. Hij belde direct met de afdeling cardiologie waar ik meteen naartoe kon. Er werd een echo en een ctg gemaakt en ik moest bij de cardioloog komen.
Die zei: "Mevrouw, u bent heel ernstig ziek, ik denk dat ik u maar eens een paar weekjes hier houdt. Rookt u?"
Ik zei: "Ja."
Hij: "Vanaf vandaag niet meer"
Ik had een lekkende mitralisklep.

Ik heb  2 weken in het ziekenhuis gelegen. Gelukkig reageerde ik goed op medicijnen. Het vocht kwam er snel af en ik hoefde niet gelijk al onder het mes.
Wel werd verteld dat ik hier in de toekomst rekening mee moest houden.
Toen ik naar huis mocht, woog ik 74 kilo. Een half jaar later 95. Ik heb niet meer gerookt en tja, dan smaakt alles lekkerder, hè?

3 jaar later, bij de  controle, begon de cardioloog toch over de noodzaak voor een operatie. Wellicht kon de kapotte klep hersteld worden, of diende die vervangen te worden.
Ik kreeg allerlei onderzoeken om te beoordelen of ik geopereerd kon worden. Ook moest ik naar de kaakchirurg om de toestand van mijn gebit te beoordelen. Die kwam maar tot één conclusie: Alles eruit! Ik had chronisch ontstoken tandvlees en dat zou een gigantisch gevaar zijn, met een kunsthartklep.
Mijn eigen tandarts mocht dit klusje klaren. In drie weken tijd werd alles getrokken en een gebit geplaatst. Een jaar later kreeg ik een definitief gebit. Erg mooi, moet ik zeggen, maar er gaat niets boven je eigen tanden.

Begin november 2003 werd ik op de lijst gezet voor de operatie. Ik kreeg een dagje uitleg in het ziekenhuis en verder was het wachten op het telefoontje. Ik zou al in december aan de beurt kunnen zijn, maar helaas, het telefoontje kwam niet.
In januari eens zelf gebeld. Nee, ik stond niet voor deze week of volgende week op de lijst. Ik moest over enkele weken nog maar eens bellen. In februari weer eens gebeld en ja!! ik stond voor de volgende week gepland. Ik moest rekening houden met een oproep.
Maar die week ging voorbij en ook de volgende week. Heb toen echt zitten janken, omdat de spanning gewoon teveel werd.

Toen op de avond van 23 maart, wij zaten net aan tafel (boerenkool met spek), ging de telefoon. Er was iemand uitgevallen. Als ik wilde mocht ik meteen naar het ziekenhuis komen en werd ik de volgende ochtend geopereerd.
Die stampot heb ik niet meer gegeten. Ik heb mijn ouders gebeld om bij de kinderen te blijven en ben direct met mijn man naar het ziekenhuis gegaan.
De volgende morgen werd ik naar de voorbereidingskamer gebracht en even later de operatiekamer in.
De operatie duurde voor mijn gevoel slechts één minuut. Toen kwam ik bij op de IC. Dorst!! Ik mocht een heel klein sipje. Toen ging ik maar weer slapen. Mijn man kwam. Ik gebaarde dat ik iets op wilde schrijven. De IC-verpleegkundige zei tegen mijn man dat ik dat toch nog niet kon. Mijn man vroeg toch om een blokje en potlood.
Ik schreef, niet zo netjes: Later terug komen.
Bezoek was me op dat moment effe teveel.
Niet veel later knapte ik wat op. Ik wilde nog meer water. Kreeg dat ook en ja hoor, ik werd misselijk.
Mijn maag werd geleegd en ik mocht niks meer hebben, behalve van die vochtige wattestokjes om je lippen wat nat te maken en wat op te sabbelen.
Tegenover me lag een oudere man die steeds uit bed probeerde te klimmen. Ik drukte telkens op de knop voor de verpleegster, omdat ik bang was dat die man zich zou bezeren. Rust had ik zelf eigenlijk niet echt, op die manier.
Ergens in de nacht werd ik tot wisselgeld bestempeld, dat betekende dat ik weg moest als er een spoedgeval binnenkwam.
Niet veel later was het ook zover.
Ik werd warm ingepakt en mocht op reis. Over de gangen naar de afdeling cardiologie. Daar kwam ik in een zaaltje alleen te liggen. Later begreep ik dat dat intensieve hartbewaking was. Daar kwam ook de chirurg even aan mijn bed, maar ik was nog te suf om dat te beseffen.
De volgende ochtend kwam mijn man. Hij was al bijna in paniek dat ik niet meer op de IC lag. Maar dat was niet nodig, het ging juist heel goed.
's Middags mocht ik naar de zaal. Al gauw leerde ik andere patienten kennen. De ene had omleidingen, een ander een biologische klep. Ik had een kunsthartklep gekregen.
Ik kon ook al heel snel weer rechtop zitten en wilde eigenlijk mij bed uit. Maar dat mocht niet vanwege 2 drains.
Toen die eindelijk eruit mochten was dat een grote opluchting. Toen mocht ik ook met de ambulance naar mijn 'eigen' ziekenhuis. Ik had wel problemen met slapen, omdat ik niet op mijn zij kon liggen. Heb zelfs een nachtje zittend op een stoel, met mijn hoofd tegen een kussen tegen de muur, geslapen.

Het herstel ging de eerste dagen heel snel en stond vervolgens praktisch stil. Ik mocht naar huis, kreeg hartrevalidatie 12 weken lang, 2 keer per week en verslond kilo's paracetamol tegen de pijn. Maar uiteindelijk werd ook dat minder.

Ik loop nu dus rond met een rikketik, maar voel me beter dan ik me in jaren voor de operatie gevoeld heb.

Naar alle waarschijnlijkheid lekte die klep al vanaf mijn kindertijd. Achteraf verklaarde dat veel. Ik was altijd buiten adem met gym. Een rondje om het veld was voor mij veel te veel. Maar ja, iedereen dacht dat dat aan het roken lag.
Gelukkig ben ik ook daar nu helemaal vanaf. Nooit raak ik meer een sigaret aan.

Nu dat overgewicht nog kwijt en ik ben weer bijna de oude.

Alvast ontzettend bedankt!

Help mee en doneer

Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.