Ik heb een hart. Ik weet nu ook waar die zit. Want het doet pijn.
Een leeg schoolplein op zaterdagochtend. Of nee, toch niet. Er klinkt huilen met lange uithalen. In de hoek tegen een muur zit een jonge vrouw in elkaar gedoken. Ze zegt me dat ze dood wil, dat ze moe is van het leven. De zon schijnt op haar in zwarte doeken gehulde lichaam en toch heeft ze het koud. Haar gezicht is gezwollen van het huilen. Haar prachtige ogen staan leeg. Verlaten door haar hoop en vertrouwen. Door haar familie en vrienden. Ze oogt en praat als een 38-jarige, ze is pas 18. In een half uur verteld ze me haar nare geschiedenis en haar zoektocht naar liefde. Ze heeft al een therapeut en een opvangadres. Dan zegt ze: "Had ik maar een mes". Ik moet iets doen.
De politie is er binnen 10 minuten. Ze mag mee naar een adres om verdere hulp te krijgen. Ik zie dat ze er geen vertrouwen in heeft maar ze gaat na lang aandringen van mij wel mee. Verslagen blijf ik achter op het lege plein.
Waarom neem ik dit meisje niet mee naar huis? Geef ik haar die aandacht en liefde?
En tegelijk: waarom denk ik dat ik dat beter kan dan de professionals bij de hulpinstanties?
Gelukkig blijkt het gros van de Nederlanders zich door hun directe omgeving of familie gesteund te voelen of krijgt van hen daadwerkelijk de nodige hulp. Maar wat nou voor die mensen die de liefde en aandacht moeten missen? En waarom ben ik dan te druk met mijn gezondheid, gezin en bedrijf om daar verandering in te brengen?
Gebrek aan het geven van naastenliefde. De schaamte doet pijn!
Misschien ook interessant
Help mee en doneer
Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.