woensdag 7 juli 2010

Voorwoord

Het is een lang verhaal geworden over de strijd voor een uitkering. Ik vroeg me af of ik hier niet een korter verhaal zou moeten schrijven. Maar het was ook een lange strijd. Ik wil hiermee ook duidelijk maken dat het lang kan duren, maar dat je niet moet opgeven als je weet dat je gelijk hebt.

Het verhaal

Al een aantal maanden in 2006 voelde ik me niet echt goed. Ik was vermoeid, moest veel hoesten, sliep slecht en had opgezette enkels. Sinds februari was ik werkloos en had een WW-uitkering. De sollicitatieplicht liep door en hoewel ik best creatief was in het vervullen van deze plicht kostte het me de laatste weken veel moeite. Ik was inmiddels bij de huisarts geweest en die had me doorgestuurd voor wat onderzoeken. In de loop van september ging er ineens een lichtje bij me branden; ik kon me in de WW natuurlijk ook ziekmelden, dan was ik in ieder geval tijdelijk verlost van die ellendige sollicitatieplicht. Ik belde met de werknemerstelefoon van UWV en vroeg of ik me ook met terugwerkende kracht van een paar dagen kon ziekmelden; dat bleek geen probleem. Dat scheelde me die week in ieder geval weer een sollicitatie, waar ik op dat moment totaal geen puf voor had.

De reden voor mijn klachten werd binnen twee weken duidelijk toen ik op dierendag werd opgenomen in het ziekenhuis. Vijf maanden eerder had ik een zwaar hartinfarct gehad. Door het niet tijdig herkennen van dit infarct was er blijvende schade ontstaan waar ik nog goed mee zou kunnen leven. Een dag na mijn opname meldde mijn man UWV dat ik in het ziekenhuis lag.

Nog geen week later; ik lag nog steeds in het ziekenhuis, lag er thuis een brief in de bus. Ik moest mij de volgende ochtend direct melden bij UWV in Groningen, want men had mij thuis bezocht en niet thuis getroffen. Tja, zucht UWV weer eens in de bocht. Ik voelde me door de medicijnen inmiddels weer redelijk goed en belde zelf met de betreffende UWV- medewerker om te melden dat ik niet bij hem zou komen. Het bleek dat hij niet rechtstreeks in het computersysteem kon zien dat ik op een ander verpleegadres verbleef. Dat hadden ze hem via de mail moeten laten weten.

Toen ik na ruim twee weken weer thuiskwam lag er een brief van de UWV waarin gemeld werd dat ik mij te laat had ziekgemeld en daardoor gekort werd op mijn uitkering. De vraag over het met terugwerkende kracht ziekmelden was blijkbaar correct beantwoord met ja dat kan, maar de consequenties daarvan hadden er wel even bij vermeld mogen worden. Na een protest hiertegen is dat gelukkig weer rechtgetrokken.

In november 2006, februari en juni 2007 bracht ik een bezoek aan de verzekeringsarts. Deze bezoeken waren slechts ter controle; er werd een update gemaakt van mijn ziektegeschiedenis op basis van mijn verhaal. Ik was zelf weer vrijwilligerswerk gaan doen voor een dagdeel per week en werd gepusht dat uit te breiden. De arbeidsdeskundige vroeg daar volgens de verzekeringsarts steeds naar; hij wilde weten wat mijn belastbaarheid was. Dat wou ik zelf ook graag weten. Die uitbreiding in het vrijwilligerswerk was lastig, maar ik beloofde daarin mijn best te doen. Bij het laatste bezoek werd afgesproken dat de arts mij in de eerste week van augustus zou bellen om de stand van zaken te vernemen.

Ik wilde graag weer iets doen en vooral ook ontdekken wat ik met mijn beperkingen nog zou kunnen. Voor mijn ziekenhuisopname was ik op eigen initiatief en kosten bezig met een loopbaantraject en dat wilde ik wel weer oppakken. In juli nam ik contact op met de reïntegratiemedewerker van UWV, die mij een formeel verhaal deed over dat een dergelijke verwijzing via de verzekeringsarts moest komen. Nou zij zou mij begin augustus bellen, dus ik wachtte nog wel even. Inmiddels had ik het zo geregeld dat ik ongeveer twee dagdelen met het vrijwilligerswerk bezig was.

De arts belde mij pas ergens in september. In dat gesprek gaf ik aan dat het goed met me ging. Daarop stelde ze voor dan maar een hersteldatum af te spreken. Wat? Een hersteldatum? Ik was ziek voor 40 uur per week en ik voelde me dan wel goed, maar ik wist zeker dat ik geen 40 uur meer zou kunnen werken. Ik gaf aan hulp te willen bij de reïntegratie. In dat geval moest er een afspraak gemaakt worden en aangezien zij niet over haar eigen agenda kon beschikken zou ik daarover wel een brief krijgen. Het willen afspreken van een hersteldatum voelde enorm als een valstrik voor me; ze wilde gewoon een dossier opruimen, zonder aan mijn belangen te denken.

Het gesprek vond een dag of tien later plaats. Het was een herhaling van wat zich in het telefoongesprek had voorgedaan. Ik vroeg haar wat dit gesprek mij nou opleverde, aangezien we dit in het telefoongesprek al hadden gehad. Zij vond me niet coÃöperatief; ik ontplofte bijna: ik had in juli al aan de reïntegratiemedewerker aangegeven dat ik wat wilde ondernemen, in augustus zou zij mij bellen, wat ze pas een maand later deed, dus het duurde en duurde maar. Zij werd erg boos op mij, want zij was in haar vaderland, omdat haar vader was overleden en zij kon er dus niets aan doen dat ze wat later dan afgesproken belde. Tja, dat was vervelend voor haar, maar daar hoefde ik toch niet de dupe van te zijn? Waren er geen andere verzekeringsartsen die haar konden vervangen? Ik gaf aan mezelf niet in staat te achten 40 uur per week te werken, ook niet op langere termijn, maar dat ik graag wilde uitvinden of ik een uur of 20 tot 24 zou kunnen werken. Zij gaf mij te kennen dat ik absoluut niet voor een WIA, na twee jaar ziekte, in aanmerking zou komen; dat zouden we nog wel eens zien. Nu was er eerst een bespreking van mij nodig in het medische team en dan zou ik een uitnodiging van de arbeidsdeskundige ontvangen. Ik raakte nu helemaal opgefokt: hoe lang zou dat nou weer gaan duren? Ik niet coÃöperatief? UWV was enkel vertragend en bureaucratisch. Dat nam ze serieus en ze zorgde dat een afspraak met de arbeidsdeskundige telefonisch geregeld werd. Ik kon binnen drie werkdagen bij hem terecht.

Ik kwam eindelijk een mens tegen bij de UWV, iemand die mij serieus nam en me de financiën verstrekte mijn coachingstraject weer op te pakken. Hij begreep mijn frustratie over de bureaucratische houding van de andere UWV medewerkers. Binnen twee weken had ik mijn oude traject weer opgepakt en binnen twee maanden had ik een baan voor 7 uur per week gevonden, die me kon helpen te onderzoeken wat ik per week aan zou kunnen. Bij die werkgever waren ook enkele projecten beschikbaar waar ik me buiten die 7 uur mee bezig kon houden op tijden die mij uitkwamen, eventueel vanuit huis, een ideale gelegenheid voor me. Evaluatie van hoe het ging kon binnen het coachingstraject. Het had even geduurd, maar ik had de situatie gecreëerd die ik zo graag wilde.

Een jaar en drie maanden na mijn ziekenhuisopname was ik weer aan het werk. Ik hoopte uiteindelijk 24 uur per week te kunnen werken, bijvoorbeeld vier dagen van 6 uur. Dan kon ik daarnaast nog twee keer per week sporten om mijn conditie op peil te houden. Het werken beviel me prima, maar ik ervaarde dat die 24 uur nog wel eens een probleem zouden kunnen worden, het viel me qua vermoeidheid enorm tegen. Werken in situaties met veel mensen om me heen leverde stress en concentratieproblemen op. Vergaderingen waren behoorlijk lastig te volgen en moesten zeker niet al te lang duren; zaken waar ik vroeger juist energie van kreeg kostten nu enorm veel.

Vier maanden voor de twee jaar ziektewet voorbij waren kon ik een WIA-uitkering aanvragen. Uiteraard vond in dit traject een gesprek plaats met een verzekeringsarts. Deze man bleek later in het traject geen bevoegde verzekeringsarts te zijn, maar dat meldde hij mij niet. Het was een onplezierig gesprek waarin hij duidelijk aangaf dat een urenbeperking eigenlijk nooit werd toegewezen. In zijn uiteindelijke rapport vond hij dat er wel beperkingen waren voor wat betreft het werken onder druk en met hoge mate van concentratie. Lichtere werkzaamheden dan ik gewend was zouden best fulltime kunnen worden uitgevoerd. Mijn cardiologe had aangegeven het heel aannemelijk te vinden dat ik mijn werk niet meer fulltime zou kunnen doen. Daarvan werd gezegd dat dit niet haar competentie was. Het vaststellen van de belastbaarheid was slechts voorbehouden aan verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van UWV. De arbeidsdeskundige bepaalde op basis het rapport van de arts een aantal functies, dat ik kon uitoefenen, dit werden o.a. schadecorrespondent en belastingambtenaar. Er wordt dan gekeken naar wat je kunt verdienen in dergelijke functies, wat je loon was voor je ziek werd en het verschil tussen deze twee zorgt voor een arbeidsongeschiktheidspercentage. In mijn geval kwam het neer op 34,76%; alles lager dan 35% betekent dat je niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. Volledig afgewezen dus.

Ik begreep er niets van; een cardiologe die je gelijk geeft, maar uiteindelijk sta je met lege handen. Bovendien had ik er zelf van alles aan gedaan om duidelijk te krijgen waartoe ik in staat was. Van UWV had ik hier nauwelijks ondersteuning bij gekregen. Als ik 40 uur per week zou gaan werken, dan zou mijn leven bestaan uit werken, eten, slapen. Op peil houden van de conditie middels sport? Daar zou ik geen tijd of puf meer voor hebben; dus zou de conditie achteruit gaan. Ik begreep het allemaal niet meer. Het enige dat ik kon bedenken was: het quotum van toelatingen in de WIA was voor 2008 al opgebruikt.

Er zat niets anders op dan in beroep te gaan. Hiervoor schakelde ik een advocaat in, die 20 jaar bij UWV gewerkt had; dat moest wel goed komen. Hij begreep de afwijzing en vooral het niet serieus nemen van de cardiologe ook totaal niet en had goede hoop op positief resultaat. In deze bezwaarperiode geeft de cardiologe nogmaals, maar nu in fermere bewoordingen aan dat zij vindt dat ik qua werkduur voor minder dan 50% belastbaar ben.

De bezwaarverzekeringsarts is het met mij eens dat ik op bepaalde onderdelen meer beperkt ben dan in eerste instantie is aangenomen; bijvoorbeeld dat ik niet ’s nachts kan werken. Wel blijft hij van mening dat er medisch geen noodzaak is een urenbeperking toe te kennen. Dat de cardiologe dat wel vindt is een uitspraak die niet door medisch objectieve gegevens onderbouwd wordt. Binnen de bestaande protocollen waar UWV vanuit moet gaan zou ik fulltime kunnen werken, maar in nog lichtere functies dan in eerste instantie werd gedacht. Grappig in het rapport van deze arts is de volgende observatie: cliënte maakt een zelfverzekerde, weerbare en alerte indruk en is normaal opgewekt. Heel bijzonder om dat zo over jezelf te lezen; de zelfverzekerdheid kwam vooral voort uit mijn overtuiging dat ik volledig gelijk had en uiteindelijk te zullen winnen.

Op basis van de nieuwe gegevens gaat een bezwaararbeidsdeskundige bepalen welke functies ik zou kunnen uitoefenen en zo een nieuw arbeidsongeschiktheidspercentage vaststellen. Er worden functies genoemd van beginnend administratief medewerker tot machinaal metaalbewerker. Uiteindelijk leidt dit tot een arbeidsongeschiktheidspercentage van 46%. Nu krijg ik wel een uitkering, maar moet nog steeds 40 uur per week gaan werken. Ik ben een stap verder, maar nog niet ver genoeg. Op naar de rechtbank.

Met dezelfde argumenten voor een urenbeperking gaan we in beroep bij de rechtbank. Ik laat een rapport opmaken bij een rga medisch adviseur, die het met mij en de cardioloog eens is dat ik minder dan 20 uur per week kan werken. Een half jaar later dient de rechtzitting. Dan heb ik er helaas een andere chronische ziekte bij gekregen; ik ben onder behandeling voor borstkanker. In overleg met de advocaat laten we dit buiten beschouwing in de rechtszaak; het gaat immers om de stand van zaken na twee jaar ziekte en wat deze nieuwe ziekte voor consequenties voor mijn werk heeft kan ik nu nog niet zeggen. Ik werk inmiddels niet meer. Uit de zitting blijkt me dat de rechter het oordeel van de cardiologe als objectief interpreteert, in tegenstelling tot de jurist van UWV. De rechter geeft me uitgebreid de ruimte mijn zegje te doen, wat ik zeer op prijs stel. Binnen zes weken uitspraak zegt men dan. Vergeet het maar, de rechtbank neemt een uitstel van nog eens zes weken. Helaas na twaalf weken nog niets gehoord. Tjonge, je moet wel heel veel geduld hebben in een dergelijke zaak hoor. Uiteindelijk komt er een uitspraak; de rechter vernietigt de beslissing van UWV en draagt UWV op een nieuwe beslissing te nemen waarbij ze goed rekening houden met wat de cardiologe heeft gezegd. UWV kan uiteraard nog in beroep gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken. Na zes weken geeft UWV aan niet in beroep te gaan en een nieuwe beslissing te zullen nemen.

Mijn geduld wordt danig op de proef gesteld. Half december 2009 belt de medewerker van de bezwaarafdeling van UWV mij op dat men heeft besloten mij volledig arbeidsongeschikt te verklaren per eind september 2008. Voor een urenbeperking, zoals ik zelf graag wil en de rechter had aangegeven, blijken er onvoldoende functies geduid te kunnen worden; dat betekent automatisch 80-100% arbeidsongeschiktheid. Ook wordt er nu rekening gehouden met het feit dat ik onder behandeling ben van borstkanker; het is eigenlijk niet meer mogelijk de exacte hartconditie van september 2008 vast te stellen. Aan de ene kant ben ik tevreden, maar aan de andere kant betekent dit dat er nooit meer een principiële uitspraak komt die jurisprudentie oplevert voor andere hartfalen patiënten. UWV moet echter nog bepalen of ik een WGA of een IVA uitkering krijg, twee soorten WIA-uitkering. Het verschil is 5%; een IVA keert 75% uit en wordt gegeven tot je 65e, er is geen herstel meer te verwachten. Voor deze beslissing denkt men nog een paar weken nodig te hebben.

Uiteindelijk gebruikt UWV de maximale termijn die ze heeft om tot een uitspraak te komen. Eind april 2010 krijg ik de officiële beslissing; ik krijg een IVA – uitkering met terugwerkende kracht tot eind september 2008. Zou de verzekeringsarts, die in augustus 2007 met mij een hersteldatum wilde afspreken en zei dat ik nooit in aanmerking zou komen voor de WIA dit inmiddels ook weten?

Nawoord

Ik hoop dat dit verhaal anderen sterkt in hun strijd voor een uitkering. Laat je niet te snel overbluffen; wees overtuigd van het feit dat je zelf het beste weet hoe het met jouw gezondheid is. Weet dat rechters goed luisteren naar behandelende artsen en niet alleen de protocollen volgen, zoals verzekeringsartsen van UWV wel doen. Je hebt altijd het recht iemand mee te nemen in gesprekken bij de diverse functionarissen van UWV; doe dat. Je hebt zelf snel te maken met emoties, voelt je snel niet serieus genomen of geïntimideerd waardoor sommige informatie niet meer overkomt. Waar je recht op hebt, daar heb je recht op!

Oh ja, de behandelingen voor borstkanker zijn achter de rug en ik ben sinds afgelopen maart weer aan het werk voor twee dagdelen per week. Voorlopig zit er niet meer in. Bovendien is dit net wat ik mag werken om in de IVA-uitkering te blijven.

Als je vragen hebt stel ze gerust! Ik ben blij als ik je op weg kan helpen of kan steunen in de strijd met UWV.

Alvast ontzettend bedankt!

Help mee en doneer

Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.