Kak Khee Yeung is vaatchirurg in het Amsterdam UMC en doet daarnaast onder meer onderzoek naar aorta aneurysma. In iedere editie van HPNL Magazine houdt ze ons op de hoogte van haar werk en de nieuwste ontwikkelingen binnen haar vakgebied. Onlangs werd ze benoemd tot hoogleraar personalized therapy in de vaatchirurgie.
Gefeliciteerd Kak Khee! Je bent pas net 40 en nu al hoogleraar. Had je al lang die ambitie?
“Haha nee, het is natuurlijk een eervolle functie en het is inderdaad vrij uitzonderlijk om jong en vrouw te zijn als hoogleraar binnen de vaatchirurgie. In oktober heb ik ook de KNAW Early Career Award gehad, dat was ook heel bijzonder. Maar dat is natuurlijk niet waar ik het voor doe. Ik heb vooral passie in mijn werk.”
Een paar jaar geleden vertelde je dat je als jonge, vrouwelijke chirurg en onderzoeksleider niet door iedereen serieus werd genomen. Dat gaat nu vast veranderen…
“Ja, al verschilt dat wel per omgeving. Binnen de wereld van vaatchirurgen spreek ik al jaren op het podium en daar word ik inmiddels zeker serieus genomen. In kringen waar mensen me nog niet kennen, kan zo’n titel wel helpen. Om academisch hoogleraar te worden moet je namelijk heel veel stappen doorlopen: je moet een bepaald aantal subsidies hebben binnengehaald, heel veel wetenschappelijke artikelen gepubliceerd hebben, impact maken. Daarnaast moet je op veel gebieden excelleren, dus niet alleen in chirurgie, maar ook in onderzoek, onderwijs, kliniek en management. De mensen die mij kennen, weten dat ik al vrij jong begonnen ben en veel extra dingen heb gedaan naast mijn werk als chirurg, maar nu weten anderen dat ook. Natuurlijk probeer ik daarvan te genieten, al is mijn werk in feite niet echt veranderd. Er komt alleen een publiekere functie bij, waarin ik ook meer onderwijs zal gaan geven.”
Wat houdt je leerstoel, personalized therapy, precies in?
“Ik begon al in mijn studententijd met onderzoek op dit gebied, omdat ik dacht: we opereren volgens vaste richtlijnen, maar iedereen is toch uniek? Ik had veel vragen, zoals: hoe kan het dat een bepaalde operatie bij de ene persoon goed gaat en bij de ander niet? Of: waarom krijgt de ene persoon die rookt wél symptomen van hart- en vaatziekten en de ander niet? We weten inmiddels dat heel veel verschillende factoren van invloed zijn, zoals genen, beweging, voeding, sekse en afkomst, maar er zijn ook nog heel veel dingen die we niet weten. Bij mensen met een aneurysma zijn er bijvoorbeeld grote onderlinge verschillen. Circa 90% heeft geen klachten, maar bij 10% scheurt het bloedvat en dat is heel ernstig: de helft van deze mensen overlijdt. Hoe kan het dat het ene aneurysma scheurt en het andere niet, terwijl de diameter hetzelfde is? Dat zou ik graag willen uitvinden. Ik probeer in mijn onderzoeken verschillende combinaties te maken van factoren om te kijken of we meer duidelijkheid kunnen krijgen over hoe we als dokters de patiënt gepersonaliseerd advies kunnen geven. We willen uiteindelijk kunnen zeggen: ‘Bij u is de kans op scheuren nihil, dus u hoeft pas over 1 of 2 jaar terug te komen’, of: ‘Met deze bloeddrukwaarden is dit pilletje niet nodig’. Daar heeft de patiënt veel meer aan dan als we alleen werken volgens de algemene richtlijnen.”
Vergeleken met het begin van je carrière, wat is er op dit gebied al verbeterd?
“Heel veel. We plaatsen nu bijvoorbeeld al veel vaker gepersonaliseerde stents, die op maat gemaakt zijn voor de patiënt. Ook op technologisch gebied is er veel vooruitgang: wij vaatchirurgen opereren op basis van beeldvorming en die is de afgelopen jaren steeds beter geworden. In onze hybride operatiekamer kunnen we bijvoorbeeld de CT-scan van een patiënt inladen, waardoor we tijdens complexe operaties een 3D visualisatie hebben. Daardoor zijn de uitkomsten van operaties beter. We hebben dus al een flinke slag geslagen, maar ik denk dat we in het Amsterdam UMC nog een stapje verder willen gaan. Dat kost tijd. Juist doordat iedere patiënt anders is, kun je niet zomaar conclusies trekken. Zie je iets over het hoofd, dan kan dat funest zijn. Voor onze onderzoeken hebben we dus heel veel data van patiënten nodig. Hoe meer gegevens in de database, hoe groter de kans dat er iemand tussen zit die precies op jou lijkt: hetzelfde ziektebeeld, dezelfde leeftijd, bloeddruk, medicatie en andere factoren die mogelijk relevant zijn. Met behulp van AI kun je zo’n digitale tweeling vinden. Daarmee kun je beter voorspellen wat een bepaalde therapie voor effect heeft op jou persoonlijk. Ook kun je met zo’n database onderzoeken doen met gesimuleerde patiëntengroepen: bij welke groep werkt dit medicijn het beste, en bij welke groep minder? Wat ook veranderd is, is dat internationale samenwerkingen steeds makkelijker gevormd kunnen worden. Tien jaar geleden kenden we het Teams-overleg nog niet, nu zorgen die online meetings ervoor dat je makkelijk verbinding kunt leggen met artsen en onderzoekers uit het buitenland. Er zijn dus steeds meer mogelijkheden om onderzoek naar een hoger plan te brengen.”
Wat zijn je langetermijndoelen?
“Mijn doel voor de komende tien jaar is sowieso om de mortaliteitscijfers van patiënten met hart- en vaatziekten met 25% naar beneden te brengen. Dat is ook het doel van de Dutch Cardiovasculair Alliance. Daarnaast heb ik een persoonlijk doel en dat is een goede, duurzame infrastructuur opzetten voor onderzoek naar personalized therapy. Ik ben nu nog jong, maar uiteindelijk word ik óók ouder en dan moet het onderzoek nog steeds doorgaan. Ik wil dus een platform opzetten waar ook andere onderzoekers, zowel nationaal als internationaal, in de toekomst iets aan hebben. De basis is al gelegd: we hebben een biobank, een image-bank en we verzamelen veel patiëntendata, bijvoorbeeld met het Vasculaid-onderzoek dat ik leid en het Aneurysm NL Consortium waar we ons nu bij hebben aangesloten. Maar het doel is natuurlijk om de gepersonaliseerde therapie uiteindelijk bij de patiënt te krijgen, zodat die betere zorg krijgt.”
Denk je dat het binnen jouw carrière mogelijk is dat je patiënten met een aneurysma precies kunt vertellen wat ze kunnen verwachten?
“Ik denk dat we daar zeker wel dichtbij komen, ja. Sowieso zullen we binnen een aantal jaar betere predictiemodellen kunnen maken en de patiënt persoonlijker advies kunnen geven. Maar ik heb niet de illusie dat ik binnen mijn carrière het hart- en vaatprobleem helemaal kan oplossen en mensen niet meer ziek worden, dus ik vind het belangrijker dat het mij binnen mijn eigen carrière ook lukt om een duurzame infrastructuur en andere onderzoeken op te zetten voor de toekomst.”
Tekst: Marion van Es
Foto: Kak Khee Jeung | © Fotografie Dyzlo Film
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine
Hulp en inzicht voor hartpatiënten en hun naasten
Onze zorgboeken Je hart, je leven staan vol met handige tips en duidelijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten. Ze bieden steun en helpen je op weg naar een gezonder en fijner leven. Je kunt de boeken bestellen als papieren versie of e-book, los of allemaal tegelijk. Een must-have voor een gezond hart en een mooie toekomst!
Altijd op de hoogte blijven
Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws, tips en belangrijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten? Met onze nieuwsbrief ontvang je regelmatig updates rechtstreeks in je inbox. Zo mis je niets en blijf je goed geïnformeerd! Meld je nu aan.
"*" geeft vereiste velden aan





Misschien ook interessant
Help mee en doneer
Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.