Op mijn veertiende rookte ik uit nieuwsgierigheid mijn eerste sigaret – giechelend op een stoepje, samen met mijn beste vriendin. Natuurlijk vonden we het ontzettend smerig, maar het was ook spannend en stiekem. Dus deden we het vaker. In de jaren daarna heb ik regelmatig op feestjes bij iemand ‘een peukie gebietst’, gewoon voor de gezelligheid. En toch was er geen haar op mijn hoofd die overwoog om daar de volgende dag mee door te gaan. Er kleefden immers alleen maar nadelen aan een rookverslaving. Je adem en kleren gaan ervan stinken, je krijgt er een lelijke huid van en het is hartstikke duur. En het allerbelangrijkste: je gaat er ook nog eens hartstikke dood aan. Wie wil dat nu in vredesnaam?
Nou, veel mensen dus blijkbaar! Hoewel de dalin
Maak een account aan om gratis 3 artikelen te lezen en blijf op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de cardiologische wereld.Het hele artikel lezen? Maak gratis een account aan