Gezondheid & Aandoeningen woensdag 10 mei 2017

​Vijftig transplantatiepatiënten, die zes tot twaalf maanden geleden een long, lever of nier kregen worden opgenomen in revalidatiecentrum.

​Vijftig transplantatiepatiënten, die zes tot twaalf maanden geleden een long, lever of nier kregen in het UMCG, worden een week opgenomen in revalidatiecentrum Beatrixoord om een leefstijlprogramma te volgen. Tijdens deze week worden fysieke testen afgenomen en de levensstijl van de deelnemers onder de loep genomen. Nadien gaan zij naar huis met nieuwe kennis over een gezonde leefstijl en hoe zij deze kunnen toepassen in het dagelijks leven. Ook krijgen ze een individueel afgestemd beweeg- en trainingsprogramma dat ze kunnen voortzetten onder begeleiding van een fysiotherapeut in de eigen regio. Met het programma wil het UMCG patiënten ondersteunen om na transplantatie gezondheidsproblemen te voorkomen en gezond ouder te worden.

De levensverwachting van patiënten na transplantatie is gestegen. Patiënten worden steeds ouder met hun donororgaan, maar kunnen wel te maken krijgen met secundaire gezondheidsproblemen. Hierbij valt te denken aan overgewicht, nieuw ontstane diabetes na transplantatie, botontkalking en huidafwijkingen door langdurig gebruik van medicijnen om afstoting van het donororgaan tegen te gaan, maar ook psychologische problemen. Voldoende beweging, gezonde voeding en psychosociale ondersteuning zijn belangrijk om deze gezondheidsproblemen te voorkomen.

Oude gewoonten

“De behoefte aan leefstijlbegeleiding bij transplantatiepatiënten is groot”, zegt Edwin van Adrichem, onderzoeker en fysiotherapeut in het UMCG. “Patiënten blijven na transplantatie vaak hangen in hun oude beweegpatronen en komen regelmatig aan in gewicht. Ook vinden ze het moeilijk om de grenzen op te zoeken tijdens het trainen. Dat is logisch want voor de transplantatie waren zij door orgaanfalen noodgedwongen vaak een lange periode inactief en weten ze nu niet goed wat ze mogen doen. Ook op het gebied van voeding leven veel vragen en daarnaast speelt soms ook de angst om het donororgaan te verliezen.”
 

Leefstijlprogramma

Het leefstijlprogramma dat de deelnemers volgen in groepjes van vier, is gericht op beweging, voeding en psychosociale ondersteuning. In de week van de opname worden op basis van de testgegevens individuele trainingsprogramma onder intensieve begeleiding opgesteld, uitgeprobeerd en bijgesteld. Naast deze trainingsmomenten zijn er ook beweegmomenten als zwemmen, wandelen en fietsen en verschillende workshops en voorlichtingsmomenten, bijvoorbeeld over voeding en medicatie. Het leefstijlprogramma is ontwikkeld door het Transplantatiecentrum en het Centrum voor Revalidatie van het UMCG.
 
De deelnemers komen een half jaar na het volgen van het programma opnieuw naar Beatrixoord om te meten hoe ze ervoor staan. Dat levert niet alleen waardevolle informatie voor de deelnemers op, maar ook voor de behandelaars. De gegevens zullen worden gebruikt om de toegevoegde waarde van het programma te laten zien aan zorgverzekeraars. Daarmee zou het een standaard onderdeel van de zorg na transplantatie moeten worden. De verwachting is dat begin volgend jaar alle gegevens verzameld zijn. 
 
Bron: UMCG 
 
 
Onze zorgboeken

Hulp en inzicht voor hartpatiënten en hun naasten

Onze zorgboeken Je hart, je leven staan vol met handige tips en duidelijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten. Ze bieden steun en helpen je op weg naar een gezonder en fijner leven. De boeken zijn binnenkort beschikbaar als papieren versie en e-book.

Heb je vragen of wil je alvast je interesse doorgeven? Neem contact met ons op.

Neem contact op

Altijd op de hoogte blijven

Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws, tips en belangrijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten? Met onze nieuwsbrief ontvang je regelmatig updates rechtstreeks in je inbox. Zo mis je niets en blijf je goed geïnformeerd! Meld je nu aan.

"*" geeft vereiste velden aan

Marly
Aysegül
Alvast ontzettend bedankt!

Help mee en doneer

Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.