Als programmacoördinator Gezondheidsbevordering is Carlo Buise binnen het Radboudumc volop bezig met preventie en leefstijl. Inmiddels is het ziekenhuis ook aangesloten als organisatiepartner bij Lifestyle4Health, die de ziektelast bij ziekten voortkomend uit leefstijl de komende tien jaar met de helft wil verminderen. Carlo vertelt over de samenwerking.
Hoe zet het Radboudumc in op leefstijl?
“Een aantal jaar terug hebben we hier de eerste stappen in gezet en inmiddels is er een leefstijlzorgloket met twee leefstijlcoaches en verschillende zorgassistenten. Het afgelopen jaar hebben we met duizend patiënten gesprekken gevoerd met betrekking tot hun motivatie en wensen op het gebied van leefstijl. Inmiddels is er ook een systeem in ontwikkeling: Beter Verwijs. De bedoeling is dat dit systeem alle interventies in dorpen en steden verzamelt. Wanneer een patiënt gemotiveerd is, kan hij naar een interventie bij hem of haar in de wijk worden verwezen. Als zorgprofessional raadpleeg je dan dus heel gemakkelijk het platform met interventies en koppel je de patiënt op die manier aan een interventie op het gebied van roken, alcohol en drugs, voeding of beweging. Onderwerpen als ontspanning, slaap, geldzorgen en eenzaamheid komen ook aan bod. We zetten dus zeker in op leefstijl en proberen daarin echt te verbinden met de behoeften van de patiënt.”
Wat is de reden dat het Radboudumc zich als organisatiepartner heeft aangesloten bij Lifestyle4Health?
“Preventie is één van de thema’s waar we als Radboudumc volop mee bezig zijn. In 2017 zijn we al een samenwerkingsverband (Groen, gezond en in beweging) aangegaan met de gemeente en GGD. Dat gaat over hoe we de Nijmegenaar gezonder kunnen maken en is uiteindelijk een lokaal preventieakkoord geworden, waar we op dit moment met zo’n tachtig partners aan werken. We hadden dus al ervaring met lokaal en bedachten ons dat we misschien ook landelijk iets konden betekenen. De missie van Lifestyle4Health sluit aan bij waar we voor staan. Wij geloven ook heel erg in samenwerking tussen overheden, de private sector en zorgsector. Zowel vanuit onze deskundigheid als ervaring op lokaal niveau kunnen wij als ziekenhuis een bijdrage leveren.”
Welk aspect verdient volgens jou aandacht?
“Samenwerken met de overheid. Er wordt veel op het gebied van leefstijl in gemeenten en binnen wijken gedaan. Dat willen we uitbreiden. We willen een verbinding maken tussen het medisch en sociaal domein en dit versterken. In samenwerking met Lifestyle4Health gaan we onderzoeken hoe we hier nóg meer partijen bij kunnen betrekken, waaronder gemeenten. In dit complexe vraagstuk hebben we simpelweg de hele keten nodig.”
Waar richten jullie je de komende tijd nog meer op?
“Gezondheidsverschillen. We zien dat laagopgeleide mensen minder overlevingskansen hebben als zij bijvoorbeeld kanker krijgen dan mensen die hoogopgeleid zijn. Ze leven zeven jaar korter en minder lang in goede gezondheid. Nu is een groot deel van de patiëntonderzoeken met hoogopgeleide, witte mannen, maar we willen dat mensen met een andere culturele achtergrond of laaggeletterdheid hier óók onderdeel van zijn. De onderzoekspopulatie moet een representatieve afspiegeling zijn van de patiëntenpopulatie, maar als je dat nu als uitgangspunt neemt, kun je veel onderzoeken met patiënten stoppen. We missen een groot en ook nog eens heel belangrijk deel, want juist in deze groep zit veel ongezondheid. Dat verschil moet minder worden. Als we namelijk een oplossing bedenken die alleen maar werkt voor de hoogopgeleide, witte man, vergroten we het gezondheidsprobleem. Het bereiken van meerdere doelgroepen vraagt om een andere manier van onderzoek doen, maar ook om andere vaardigheden van de onderzoeker. Dat is de richting die we komende tijd willen inslaan.”
Waarom is het volgens jou belangrijk om daar samen stappen in te zetten?
“Het zorgvraagstuk is ingewikkeld en alleen krijg je dat nooit voor elkaar. Het heeft te maken met de eerste, tweede en derde lijn, met ketens. Heb je daarnaast geen verbinding met het sociaal domein, loop je alsnog vast. We moeten dit met elkaar doen. Wat daarbij belangrijk is, is blijven kijken naar waarom het voor jou als organisatie van belang is om mee te gaan in bepaalde veranderingen. Voor het Radboudumc geldt bijvoorbeeld dat wanneer wij de zorg niet anders gaan organiseren, we als ziekenhuis vastlopen. Dan hebben we te veel patiënten en te weinig zorgprofessionals.”
Wat hoop je in de toekomst met deze samenwerking te bereiken?
“Dat we met elkaar het dialoog aangaan over waar de komende jaren de focus op moet liggen binnen de zorg en een overeenstemming bereiken. Laten we de komende jaren minder gaan investeren in het nog beter maken van allerlei technieken en behandelplannen en misschien meer in het toegankelijk maken van de zorg voor iedereen. Is het grootste belang dat we gemiddeld allemaal drie maanden langer kunnen leven of dat er meer gelijkwaardigheid is binnen de zorg die we verlenen? Dat zijn keuzes die we met elkaar moeten maken. Ik denk dat het goed is om te kijken naar wat we binnen de zorg wel en misschien niet meer moeten doen. Dat zijn hele moeilijke gesprekken. Toch ben ik ervan overtuigd dat we dat met elkaar mogelijk kunnen maken.”
Tekst: Laura van Horik
Beeld: Carlo Buise
Dit artikel verscheen eerder in het Hartbrug Magazine
Hulp en inzicht voor hartpatiënten en hun naasten
Onze zorgboeken Je hart, je leven staan vol met handige tips en duidelijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten. Ze bieden steun en helpen je op weg naar een gezonder en fijner leven. De boeken zijn binnenkort beschikbaar als papieren versie en e-book.
Heb je vragen of wil je alvast je interesse doorgeven? Neem contact met ons op.
Altijd op de hoogte blijven
Wil je altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws, tips en belangrijke informatie voor hartpatiënten en hun naasten? Met onze nieuwsbrief ontvang je regelmatig updates rechtstreeks in je inbox. Zo mis je niets en blijf je goed geïnformeerd! Meld je nu aan.
"*" geeft vereiste velden aan




Misschien ook interessant
Help mee en doneer
Met jouw donatie kunnen we 1,7 miljoen hart- en vaatpatiënten onafhankelijk blijven ondersteunen.